15 mrt 2008

To Be Or Not To Be... Black I


Geraldine Ferraro, we kennen haar nog hè?
Zij was de eerste vrouw die door de Democratische Conventie genomineerd werd voor het vice-presidentschap achter Walter Mondale als president in 1984 en ze verloren van het koppel Reagan en Bush. Daarna leidde ze de commissie die nieuwe regels opstelde voor de Democratische voorverkiezingen en onlangs stelde ze voor diezelfde regels tijdens het spel te veranderen in het voordeel van haar favoriet Hillary Clinton. Dat ging niet door, hoewel, de kwestie loopt nog, maar er was veel kritiek.
Het kan altijd erger.
Zo merkte ze op dat Obama zijn huidige positie te danken heeft aan het feit dat hij zwart is. Hij zou nergens zijn als hij een blanke andere man was geweest.
Dat Obama voordeel heeft bij wat hij is, is ongetwijfeld waar, want Obama is een symbool van het postracisme in Amerika en bovendien buitensporig getalenteerd. De drempels blijken overwonnen te zijn en een donkere man maakt wel degelijk kans om president te worden. Die overwinning van het racistische verleden is iets waar Amerikanen trots op kunnen zijn.
Zo kun je dat uitleggen, maar zo was het door Ferraro niet bedoeld. Ze bedoelde – als je het vertaald in minder gekuiste bewoordingen en zoals ze het niet heeft bedoeld, maar zoals het wordt verstaan – als Obama niet zo’n smerige stinkende nikker zou zijn, had hij geen schijn van kans dat al het zwarte tuig op hem zou stemmen en dan zou hij flink achter liggen op onze superieure blanke heldin Hillary. “Hij heeft het geluk aan zijn kant, dat hij is wat hij is,” voegde ze er zuur aan toe. Met andere woorden; hij verdient het niet, maar hij krijgt het, omdat hij zwart is. Zoals zij het bedoelt, komt het neer op positieve discriminatie, maar dat is ook fout en Obama heeft helemaal geen positieve discriminatie nodig.
Hier een serie citaten uit de Amerikaanse media:

Politico’s Roger Simon: “Ferraro, who was part of Hillary Clinton’s financial team until she stepped down Wednesday, does not see an America where racism exists, only reverse racism.”
Newsweek’s Andrew Romano: “At March 7, 7:52 a.m., the Daily Breeze of Torrance, Calif. printed an interview with former Democratic vice presidential candidate and current Clinton finance committee member Geraldine Ferraro in which the pioneering politician said something about Clinton’s main rival, Barack Obama, that was both baffling and offensive.”
The New Republic’s Jonathan Cohn: “Ferraro’s original statement to Daily Breeze, which suggested that Obama has gotten preferential political treatment because of his race, was a dog-whistle to white voters who resent affirmative action.”
Salon’s Alex Koppelman: “And the Clinton campaign did itself no favors with its response—they said they disagreed with Ferraro, but did not fire her—which was interpreted by many observers as tacit approval. Pundits, bloggers and the Obama campaign relentlessly castigated the Clinton campaign for its approach.”
The Atlantic’s Andrew Sullivan: “Isn’t this classic Rove-Morris politics—to keep designating Obama a beneficiary of affirmative action and Clinton a victimized white woman in order to racially polarize a primary where Clinton needs white ethnic votes?”
Maureen Dowd: “Geraldine Ferraro, who helped Walter Mondale lose 49 states in 1984, was clearly stung at what she considered Obama’s easy rise to celebrity and electoral success.”

Het is heel raar dat Ferraro niet inziet dat hetzelfde gezegd kan worden van Hillary Clinton. Als zij geen vrouw zou zijn, maar gewoon een andere man, dan zou ze niet de positie hebben die ze nu heeft. Ze is de eerste vrouw die kansen had om genomineerd te worden voor het presidentschap.
Georgia Duerst-Lathi die politieke wetenschap doceert aan het Beloit College zegt dat de frase die ze het meest tegenkomt in mediarapportages gaat over de zorg of vrouwelijke kandidaten door hun vrouwelijk zachtheid wel kunnen omgaan met besluitvaardigheid in een crisis. “En jij, Geraldine Ferraro, zou dat moeten weten! Jij ging voor het vicepresidentschap in 1984 en je hebt die vraag wel gekregen of je hard genoeg was om op DE KNOP te drukken.”
Ferraro ontkent dat ze die vraag ooit voorgelegd gekregen heeft.
Oké, daar gaat het ook niet over. Duerst-Lathi suggereert dat het belang van hardheid juist kan helpen uitleggen, waarom Hillary relatief zo’n havik is.
"She came out and she was the toughest of all of them in the Democratic field, at least on what to do in Iraq," Duerst-Lahti says. "She had to out-masculine all her male counterparts."

Dat lijkt Pointer een volkomen correcte waarneming, maar daarin schuilt ook het gevaar van overacting. Als je zo nodig moet laten zie dat je geen aarzeling kent om op DE KNOP te drukken dan druk je al snel op DE KNOP als dat helemaal niet nodig is. Typisch vrouwelijk, denkt Pointer, die met vrouwen een hoop ervaring heeft. Er zijn een hoop vrouwen meer geschikt dan Hillary en dan dreigt het gevaar dat later gezegd wordt: “een vrouw als president? Nee, dat was eens, maar dart doen we nooit weer!”.
Vrouwen moeten niet proberen mannen te overtreffen in de imitatie van eigenschappen die typisch mannelijk zijn, maar hun vrouwelijke eigenschappen aanwenden om meer te bereiken dan een man kan en dat moet dus op een andere manier en alleen getalenteerde vrouwen, niet allemaal, weten hoe dat moet. Is Hillary niet getalenteerd? Erg intelligent is ze wel, vasthoudend ook, maar wat verder? Wat heeft ze eigenlijk bereikt behalve een positie voor zichzelf, deels als gevolg van positieve discriminatie? Wat heeft ze ten behoeve van anderen voor mekaar gekregen in vergelijking met anderen, zoals Obama als effectieve charismatische opbouwwerker, wat hij in feite nog steeds is?

meer over Geraldine Ferraro

Geen opmerkingen: