28 sep 2011

Het mag geen naam hebben

U hebt het misschien wel eens iemand horen zeggen: “het mag geen naam hebben.”
Laat ik u in vertrouwen meedelen dat ik het vaak gehoord heb, veel te vaak.
Dat relativerende, zelfs als het over gezondheid en dood gaat, gezondheid en dood van duizenden, of zelfs van tienduizenden of honderdduizenden.
En hoe komt iemand daarbij?
Wel, verklaart men dan, de gezondheid is slechter van al die mensen en, toegegeven, ze sterven ook eerder en dat is verdomd zielig, maar de invloed van de oorzaak mag geen naam hebben.
Dat is alles wat ze willen zeggen. Ze bagatelliseren geen menselijk leed, dat is een gegeven, maar om daar nu de processen, werkzaamheden en het falen van hun bazen of sponsors als schuldigen voor aan te wijzen, als oorzaak, nee, die invloed mag geen naam hebben. Bewijs maar eens dat die mensen anders niets gemankeerd zouden hebben. Hoeveel mensen zijn er niet buiten de gebieden die als besmet zijn aangewezen die aan dezelfde kwalen lijden? Inderdaad, de meeste kankerpatiënten leven buiten Japan en dat zal zo blijven.
Zes kerncentrales in Japan, aangerand door een brute aardbeving en de daarop volgende tsunami, stoten enorme hoeveelheden radioactiviteit uit, maar de bedreiging voor gezondheid en leven mag geen naam hebben en intussen worden wel enkele miljoenen Japanners geëvacueerd, dat wil zeggen, van hun levensonderhoud en de leefgemeenschap van hun thuisbasis beroofd, met de prognose dat ze vroeg zullen sterven en misvormde kinderen zullen krijgen, als ze die nog kunnen krijgen.
De redenering is, dat er tal van andere redenen kunnen worden aangewezen waarom mensen onder zulke slechte gezondheidscondities lijden en dat dit het normale risico is van het slechts tijdelijk overleven van je geboorte. Niets is zo dodelijk als geboren worden, want niemand heeft dat ooit overleefd. Het kan, nee het moet zelfs, iedereen overkomen. Triest maar waar.
Helaas, eindelijk treffen we indirect en impliciet een vorm van waarheid: wij worden allemaal bedreigd door de moorddadige invloed van ongelimiteerd, gewetenloos winstbejag. Doordat maximale economische groei het hoogste goed wordt geacht, ook door de slachtoffers, worden de bijziende oogjes van de overheid toegeknepen als het overtredingen van beschermende regelgeving betreft en eigenlijk wil men van al die regelgeving helemaal af.
Zelfs als dat totale ontvolking van hele landstreken betreft, ziet men niet hoe fout het is om de roofridders in deze wereld de vrije hand te geven. Er mag dus best een tweede kerncentrale in Zeeland komen, geen nieuwe, met modernere en meer veilige techniek die dertig keer duurder is, maar gewoon zo’n goedkope tikkende tijdbom uit de oude doos, waarvan het tijdmechanisme bij voorbaat al permanent ontregeld is. Het kan mis gaan op de dag van opstarten en vanaf dan kan het ook elke dag daarna misgaan, zelfs bij het stilleggen.
In de bestaande kerncentrales komen gemiddeld zeven keer per jaar veiligheidssituaties voor die kritiek zijn en geen enkele centrale ter wereld, ook Borsele in Nederland niet, heeft ooit één jaar meegemaakt dat alles okay is en in geval van nood erger kan worden voorkomen.
Een tweede bron van ongerustheid is dat geen enkele van de bestaande kerncentrales bestand is tegen een aanval, als op de elfde september 2001 op de Twintowers van het World Trade Center en het Pentagon, met grote, gekaapte of gecharterde verkeersvliegtuigen. Het enige wat een terroristische organisatie daarvoor nodig heeft, is wat geld voor de charter en één zelfmoordbemanning. Wie praat er dan nog over “vuile bommen” die ergens een land in gesmokkeld kunnen worden, indien de toepassing van dat principe zo eenvoudig kan zijn? Welke luchtmacht schiet er zomaar een verkeersvliegtuig neer, waar mogelijk tweehonderd onschuldige passagiers in zitten? En boven een dichtbevolkt land?
Kan het dan niet veiliger?
Jawel en dat is ook de preek die voorstanders van kernenergie over ons uitstorten. Er zijn geweldige resultaten geboekt in het onderzoek hoe het opwekken van kernenergie veiliger kan en afdoende foolproof, maar wat ze er niet bij zeggen, is, dat zulke centrales, die veel meer, maar nog steeds niet afdoende veiligheid bieden, domweg niet gebouwd en nooit gebouwd zullen worden, omdat ze veel te duur zijn. Dat kernenergie zo goedkoop lijkt, komt, omdat slechts één procent van de werkelijke kosten, namelijk uitsluitend de operationele kosten en de stichtingskosten en niets van de vervolgkosten en risicokosten in rekening worden gebracht. Die berekening maakt sommige mensen gigantisch rijk en wie zo rijk is heeft gigantisch veel invloed, maar de schade kun je nooit op hen terugvorderen omdat die luizige twee miljard dollar of euro of nog wat meer aan persoonlijke rijkdom geen naam mag hebben.
Maar de rechtvaardiging van kernenergiecentrales mag ook om een vierde reden geen naam hebben, omdat we ons nog steeds geen raad weten, om op een veilige en betaalbare manier van het radioactieve afval af te komen. Zeker kun je definitief veilig van kernafval afkomen, maar als je gaat rekenen, ontdek je dat het bruto nationaal product van Nederland een lager bedrag aangeeft, dan het bedrag van de kosten van het gezond, veilig en definitief oplossen van ons kernafvalprobleem.
Kernafval waarvan?
Van één kerncentrale te Borsele voor energieopwekking en een paar kleine bedrijfjes voor het vervaardigen van medicinale spulletjes en de wetenschap, kleine bedrijfjes die geen naam mogen hebben.
Wat nu met de later beweerde “kennis van toen” ook geen naam mag hebben, is één van de onoplosbare problemen die willens en wetens naar de toekomst (toe) geschoven worden.
Gaat het om onze toekomst of veiligheid?
Nee, daar is geen markt voor, dus dat mag geen naam hebben.
Het enige wat zoden aan de dijk zet, is, om heel gewoon de reële kosten door te berekenen en dan kom je uit op ongeveer €1200 per kW/u en laat iedereen even rustig doorrekenen wat dat betekent voor het eigen huishouden.