24 mrt 2008

It's the Economy, Stupid

“It’s the economy, stupid” is de gedenkwaardige slogan van Bill Clinton’s succesvolle eerste race naar Het Witte Huis in 1992. Dit werd het overkoepelende thema van zijn presidentschap. Nu de economie van de VS in de eerste maande van 2008 naar beneden dwarrelt, is de economie opnieuw het belangrijkste vraagstuk in de presidentiële campagne. Het overstijgt voor de kiezers zelfs nog het vraagstuk van de oorlog in Irak.
Wat hebben Barack Obama, Hillary Clinton of John McCain te zeggen over de huidige realiteit van financiële crisis en recessie en de generaties lange stagnatie in de gemiddelde levensstandaard die voortgaat in de huidige financiële crisis?
Er zijn geen significante verschillen tussen Obama en Clinton in termen van hun campagneplatforms. Beide Democraten delen wel een groot verschil met McCain. Het meest belangrijk is echter niet wat zij hebben neergelegd in hun campagneargumenten, maar wat ze in werkelijkheid zullen doen als ze in het Witte Huis zijn. Het is meer een zak van politieke macht – welke sociale groep kan druk op de nieuwe administratie uitoefenen – dan economische filosofie.
Dit punt is op dramatisch wijze uitgelicht tijdens de campagne voor de 4de maart in Ohio en Taxas, toen Austan Goolsbe, een professor aan de Universiteit van Chicago en Obama’s economische topadviseur, naar beweerd wordt, tegen Canadese diplomaten gezegd zou hebben, dat Obama veel sympathieker tegenover vrijhandel staat, dan blijkt uit zijn campagne met betrekking tot de NAFTA. Goolsbe ontkende pertinent dit gezegd te hebben en dat wordt door verder onderzoek bevestigd, maar een feit blijft dat je niet zeker kunt weten wat Obama werkelijk aan NAFTA wil doen nadat hij als president verkozen is en alle druk uit verschillende richtingen moet ondergaan. Daar zal ook de druk van de grote ondernemingen zijn om vrije toegang te hebben tot het grote arbeidspotentieel voor lage lonen in Mexico.
Echter, het was Obama of zijn campagne helemaal niet die met de Canadezen gesproken heeft over NAFTA, maar de Clintoncampagne zelf en dat maakt het NAFTA-incident nog veel heftiger, nietwaar? Hierdoor wordt het een nieuw schandaal op het conto van Clinton volgens deze bron: NAFTAgate
The CTV story reportedly orginated from Harper's chief of staff Ian Brodie, who told reporters in Ottawa that Hillary Clinton's campaign assured Canadian officials they need not worry about her NAFTA rhetoric
There's been no explanation for why the focus shifted to Obama in the CTV report that went to air.
Op deze manier heeft Clinton dus Ohio gewonnen en dat is zonder meer kiezersbedrog.
Wat de overwegingen van McCain’s campagne betreft, heeft hij een ongemakkelijke positie tussen twee richtingen die lange tijd dominant zijn geweest onder de Republikeinen – de Reaganomics van lastenverlichting aan de aanbodkant zal de economie stimuleren samen met de afwerende houding tegen New Deal politiek van de oude school, tegen sociale voorzieningen en gericht op de immer falende poging om zo het financieringstekort in balans te krijgen. Het zal niet verrassend zijn als McCain er een warrig rommeltje van maakt. McCain gaf openlijk toe dat "the issue of economics is not something I've understood as well as I should." Dat is waar hoewel hij al 25 jaar lid is van het Congres en twee maal presidentskandidaat. Obama en Clinton zetten meer in op werkvoorzieningen, betaalbare gezondheidszorg, gelijke lastenverdeling, voorwaarden bij vrijhandel en een combinatie van economische groei en milieubescherming, de zogenaamde groene groei. Dit zijn zeker begeerlijke doelen.

We moeten echter in gedachten houden dat Bill Clinton dezelfde doelen voorstond in 1992 met zijn programma “Putting People First”. Maar het economische programma van Clinton veranderde al drastisch gedurende de twee maanden tussen de verkiezingen en de inauguratie in januari 1993. In die periode besloot zijn administratie dat hun prioriteit zou liggen bij de belangen van Wall Street. De Clintonjaren worden getekend door bezuinigingen van de overheid op elk gebied en een schijnbaar onbeperkt enthousiasme voor vrijhandel en deregulering van de finaciële markten.
Bill Clinton gaf het ook al voor zijn inauguratie toe: “we help the bond market and we hurt the people who voted us in." Zowel Hillary Clinton als Barack Obama zou gemakkelijk in dezelfde val kunnen trappen als ze geen rekening moeten houden met een intense druk van progressieve krachten om hun verkiezingsbeloften te houden. Het belang daarvan is zeker onderstreept door wat Goolsbe eventueel tegen de Canadezen over NAFTA gezegd zou kunnen hebben.
Belangrijker dan wat de kandidaten nu naar voren brengen, is de vraag naar welke adviseurs ze als president zullen luisteren. McCain leunt op mensen als Pete Peterson en Jack Kemp.


Pete Peterson (links) en Jack Kemp (rechts)
Peterson dankt zijn reputatie bij McCain aan het feit dat hij eveneens een krijgsgevangene was in Hanoi en daarna in staat was veel geld te verdienen en Kemp heeft zijn positie te danken an zijn faam als footbalspeler op het hoogste niveau, wat hem ook geen windeieren gelegd heeft. Peterson is een Wall Street miljardair en een voormalige minister van Sociale Zaken onder Richard Nixon. Hij is al heel lang een fervent voorvechter van diep snijden in de sociale zekerheid, gezondheidszorg en welzijnspolitiek om zo de overheidsinkomsten en –uitgaven in balans te behouden. Niet zo verrassend is het, dat Peterson gelooft dat Wall Street ticonen als hijzelf lagere belastingtarieven moeten houden, dan leraren, brandweerlieden, verplegers en bedienend personeel.
Jack Kemp was lid van het Congres in de jaren ’70 en ’80 en van origine pleitbezorger van algehele lastenverlichting als middel om de economische groei te stimuleren. Hij hielp al de Reaganomics te formuleren voordat Reagan in het Witte Huis kwam in 1981. Kemp verklaart dat finacieringstekorten geen serieus probleem zijn en dat Republikeinen als Peterson in de praktijk van dit soort zaken (Enron & Citygroup) de economie kanaliseren. In zijn sport heeft Kemp geleerd, dat je heel goed op bais van gelijkheid met de gekleurde medemens kunt omgaan.
Kemp portretteert zichzelf als een populist, die de ondernemersenergie van het Amerikaanse volk bevrijdt door remmende belastingen op te heffen. Maar de belastingverlagingen van Reagan en George H. W. Bush gaven alleen de rijken grote voordelen. Deze belastingverlichtingen lieten door de teruglopende overheidsinkomsten minder ruimte over voor sociale programma’s. Daarin komen de politieke doeleinden van Kemp en Peterson samen, dat er tenslotte een zware wissel getrokken wordt op de sociale- en welzijnsvoorzieningen of het begroting nu eindigt met een tekort of een evenwicht.
Het economische politieke debat moet daarom wijd openstaan voor Clinton en Obama om zwaar te drukken op een agalitaire agenda voor werkgelegenheid, eerlijk verdeelde belastingdruk. Betaalbare gezondheidszorg, regels voor de finaciële markt en groene groei. Dat allemaal tegelijk. Obama heeft gezegd dat hij zal luisteren naar mensen die wat te betekenen hebben in de economie, naast Goolsbe ook iemand als Robert Rubin, Alan Blinder en Robert Reich. Dit ware allemaal belangrijke adviseurs van Bill Clinton en ze zullen ook weer ingezet worden door Hillary Clinton.
Vooral Rubin was Bill Clinton’s naaste economisch adviseur en vier jaar minister van Financiën en het was Rubin die, al voor Clinton’s eerste inauguratie, aan het meer populistische kamp uitlegde dat de rijken de beslissingen nemen en de economie runnen ("are running the economy and make the decisions about the economy.")
Onder de administratie van Hillary Clinton of Obama zal deze strijd tussen de Rubenites van Wall Street en de werkende klasse en middenklasse, die de president in het Witte Huis gestemd hebben, opnieuw oplaaien. Waarschijnlijk zijn de kansen op een grote verschuiving nu veel groter onder een nieuwe Democratische administratie, vooral een onder Obama. Het kan niet meer zijn dan een voorgevoel en het heeft te maken met hoe Obama een politiek onderwerp benadert in vergelijking met Hillary Clinton. Obama is ook duidelijk niet zo vastgeklonken aan de economie van Bill Clinton. Obama’s campagne heeft een wijdverspreide beweging in het leven geroepen met een nieuwe generatie kiezers.
Belangrijker dan voorgevoelens is het dat voor een hele generatie onder Reagan, Clinton en twee Bushes voor iedereen behalve voor de zeer rijken de economie heeft gestagneerd en dat we nu op de korte termijn een recessie en een finaciële crisis onder ogen moeten zien. De druk voor een waardevolle progressieve agenda van groeiende werkgelegenheid, betaalbare universele gezondheidszorg en groene groei is sterk toegenomen. Hillary Clinton, noch Barack Obama kunne deze realiteit negeren.
Naar Robert E. Rubin is de economie van de Clintonregering Rubinomics genoemd.
Robert Rubin, Secretary of the Treasury
Hier is een korte uitleg daarvan:
Rubinomics emphasizes the effect that balancing the government budget has on long term interest rates. Taxes should match government spending in the long run, and deficit-financed tax cuts are an ineffective way to increase growth.
Rubinomics has never rejected Keynesian approaches to economics, which call for the government to run a deficit in times of recession. But it worries about the long-term effect that deficits, especially structural deficits, have on inflation.
During the early 1990's, long-term interest rates remained stubbornly high even as the Federal Reserve cut the Federal Funds rate. Rubin and most other economists (including Alan Greenspan) attributed this high yield curve to an "inflation premium" that bond-traders were demanding. Reducing interest rates, Rubin argued, would lead to increased private sector investment and consumption and, therefore, stronger growth. Clinton, who had campaigned on the promise to put people first and invest in human capital, accepted Rubin's reasoning and put deficit reduction at the forefront of his economic plan, to the chagrin of more liberal advisers such as Robert Reich and Joseph Stiglitz. In particular, Stiglitz (recipient of the 2001 Nobel Prize in Economics) was not opposed to Clinton's plan to reduce the deficit, but suggested that Clinton put less money into deficit reduction and more into research and development, technology, infrastructure, and education, quoting "given the high returns for these investments, GDP in 2000 would have been even higher, and the economy's growth potential would have been stronger."

Aannemelijk is, dat Barack Obama meer luistert naar de lijn van Joseph Steglitz met een sterke voorkeur voor investeringen in en versterking van research en innovatie. Zie ook: http://en.wikipedia.org/wiki/Joseph_Stiglitz Joseph Stiglitz

Per slot is Rubin, die, nadat hij de regering van Clinton verliet, onder andere bestuursvoorzitter was van de Citygroep, zwaar beschadigd door de enorme verliezen van de Citygroep en de hypotheekcrisis. Sowieso is Rubin nauw betrokken bij de handel in beleggingen die niets waard zijn en zo ook bij de ineenstorting van Enron.

Alan Blinder, die onder Bill Clinton lid was van de Council of Economic Advisers, toen Clinton de NAFTA door het Congres joeg, geeft nu blijk van grote ongerustheid over de effecten van globalisering op de levensstandaard.
He has recently wrote a controversial column for the Foreign Affairs magazine about globalization in which he opined that globalization could cause more disruptions in service jobs than originally believed. He says that he still believes that globalization would be a net plus for the United States. This analysis has not been published in a peer-reviewed journal of economics. His views on this issue is not widely accepted by economists.

Kortom, een nieuwe Democratische regering zal goede kansen hebben om een flinke verschuiving in de economie te realiseren, zelfs als sommige van de oude helpers van Bill Clinton terugkeren als adviseurs. Maar als zo’n grote verandering plaatsvindt, zal het niet primair zijn, omdat een Democraat als Hillary of Barack in het Witte Huis zit, maar domweg, omdat het volk, dat hen daar heeft neergezet, voldoende politieke macht heeft gekregen, om hen aan hun verkiezingsbeloftes te houden.
Met McCain aan het roer wordt het een heel ander verhaal, waarbij het vrijwel zeker is dat er nooit meer een budget is om nieuwe verkiezingen te organiseren. Dan komt er geen nieuwe gekozen president, omdat de staat wel grote en bij voorbaat verloren oorlogen, maar geen nieuwe verkiezingen betalen kan. De prioriteiten liggen een beetje anders.